Je gaat eerst op zoek naar wat voor jou ongezonde eetgewoonten zijn. Als je weet welke momenten dat zijn, ga je die momenten aanpakken. Niet allemaal tegelijk, want dat zou teveel van je wilskracht vragen. Want je zult merken dat die zal worden aangesproken! Iets wat je al langer doet, leer je namelijk niet zomaar af. Weet wel, dat er manieren zijn om het je wat makkelijker te maken. En weet ook dat het na een tijdje makkelijker zal worden.
Wat kun je dan zoal doen om het makkelijker te maken?
Zoek afleiding
Als je met al je aandacht met iets bezig bent, zul je waarschijnlijk niet aan eten denken. Maar er zijn ook momenten dat je dingen doet waar je wat minder aandacht voor nodig hebt: je hebt aandacht ‘’over’’. En dat restant gaat dan best makkelijk richting aandacht voor eten. De kunst lijkt dus te zijn om geen aandacht over te hebben, toch? Want dan denk je dus ook niet aan eten.
Zo is het, maar ook weer niet. Want de afleiding die je in gaat zetten moet wel aan een paar voorwaarden voldoen. Vraag je dus de volgende dingen af wanneer je afleiding gaat inzetten om van je ongezonde eetgewoonten af te komen:
- Hoeveel energie heb je nog? Heb je nog energie genoeg voor een rondje hardlopen? Of is er van je energielevel niet veel meer over? Dan is het misschien beter om een puzzel te maken. Of de kat te aaien met je benen op de bank.
- In welke situatie zit je? Ben je thuis, of op je werk? Thuis kun je een lekker warme douche nemen. Op je werk is het waarschijnlijk handiger om even met een collega te kletsen. Om maar wat te noemen.
- Hoe leuk vind je het alternatief? Als je probeert van de chocola bij de thee af te komen, heeft het niet veel zin om rond theetijd jezelf te dwingen te gaan stofzuigen, als je dat geen leuk karweitje vindt. Dan ruil je chocola in voor iets dat je niet leuk vindt. Dat gaat ‘m waarschijnlijk niet worden. Het is dus geen goed idee om je eetmomenten in te ruilen voor klusjes die je ook nog moest doen. Kies een afleiding waar je blij van wordt!
- Heeft het alternatief te maken met eten? Als je altijd bij de tv iets lekkers eet, is het geen goed idee om je eetmoment in te ruilen voor een uurtje Netflix. Wat wel werkt is om iets te kiezen waarbij je niet eet. Douchen, je tanden poetsen, je nagels lakken. Gamen.
- Ben je op tijd en heb je het goed voorbereid? Ga niet zitten wachten tot het eetmoment je overvalt. Dan is het te laat. Als je weet dat je rond tien uur ‘s avonds in de koelkast duikt, zorg dan dat je daarvoor al met je afleiding bent begonnen. En zorg dat je het alternatief goed voorbereidt. Leg alvast een dekentje op de bank. Zet je wandelschoenen bij de voordeur.
Ga verleiding uit de weg
Als eerste mogelijkheid hebben we dus gekeken hoe we afleiding kunnen zoeken, zodat we de aandacht die we over hebben niet besteden aan eten. Een andere mogelijkheid is om de verleiding van eten uit de weg te gaan.
Dat kan door bijna letterlijk uit de situatie te stappen. Eet je altijd als je op het perron staat te wachten op de trein? Eet je als je op je saaie werkkamer zit? Eet je aan de keukentafel waar je de krant leest? Wacht in de stationshal, werk aan de keukentafel, lees de krant op je slaapkamer. Je zult merken dat de zin om te eten langzaam verdwijnt.
Als het niet mogelijk is om uit de situatie te stappen, kijk dan of het mogelijk is om er éventjes vandaan te gaan. Ga een paar minuten iets anders doen, in een andere kamer, in een andere ruimte. Je merkt dat je eigenlijk niet wil eten, maar dat er iets anders aan de hand is.
Wat je ook kunt doen is zorgen dat je überhaupt niet in de verleiding komt. Wat je niet in huis hebt hoef je ook niet op te eten. Natuurlijk heb je rekening te houden met huisgenoten. Misschien kun je het oplossen door koekjes te kopen die je zelf niet erg lekker vindt. Of door ze op een andere plek te leggen, waar je ze niet zo snel tegenkomt. Natuurlijk is de verleiding daarmee niet weg, maar je maakt het jezelf in ieder geval iets makkelijker om de verleidingen niet tegen te komen. Voor een feestje kun je gewoon lekkere dingen in huis halen. Overdrijf het alleen niet. En geef wat over is, mee. Of stop het op zijn minst in de vriezer.
Zorg dat anderen je echt helpen en tot steun zijn
Het kan je heel erg helpen als anderen je willen steunen. Dat kan je doen door iemand te vragen of je hem of haar mag bellen of appen als je het moeilijk hebt. Wat ook kan helpen is afspreken dat je huisgenoot een tijdje de boodschappen doet, of kookt, als je dat lastige momenten vindt. Misschien kun je ook andere afspraken maken. Bijvoorbeeld dat je collega’s de droppot wegzetten, of dat je partner ’s avonds ook geen koekje meer eet.
Er zitten wel een paar addertjes onder het gras waar het gaat om vragen om steun. Als de ander ook wil veranderen, zou het zomaar kunnen zijn dat de ander andere dingen moet doen om tot gezondere eetgewoonten te komen dan jijzelf. Dus ook al heb je hetzelfde doel, de uitwerking kan voor een ander heel anders zijn. Jij gaat misschien proberen om van de chocola bij de thee af te komen, en bij de ander speelt misschien het niet drie keer opscheppen bij het avondeten.
Wat ook kan gebeuren is dat de ander je alleen maar verder van huis brengt, door dingen te zeggen als ‘’ach joh, die ene reep chocola is toch niet zo erg?”. Hoe goedbedoeld ook, het helpt jou niet verder. Bedenk dus goed wie eerlijk tegen jou kan zijn, aan wie je echt wat hebt. En maak afspraken over welke hulp je graag wilt!
Surf the urge, of: ga erdoorheen
Tja, en soms is het gewoon niet anders. Je hebt geen mogelijkheid om jezelf af te leiden, je kunt niet alle verleidingen uit de weg gaan en je hebt niet altijd anderen tot je beschikking om je te helpen. Soms moet je er dus doorheen. Je zult dus een ongemakkelijk gevoel krijgen en je vervelend voelen. Je wordt onrustig. En je kunt hier doorheen! Want het gevoel zal weer wegebben en je overleeft het moment. Als je je ongemak onder ogen ziet, beseft wat er gebeurt, en het laat gebeuren, dan komt er een moment dat het ongemak weer voorbij gaat. De eerste keer zal het heel lastig zijn. De tiende keer ook. Maar je zult ook merken dat het steeds iets minder moeilijk wordt.
Deze laatste optie zal waarschijnlijk niet werken als je heel moe, gestrest, of verdrietig voelt. Maar op de momenten dat je goed in je vel zit kun je deze mogelijkheid proberen. Laat het ongemakkelijke gevoel maar opkomen, en merk dat het ook weer afneemt. Je hebt met de golf meebewogen, en je komt ook weer veilig terug. Echt.
Als ik met mijn eetmomenten aan de slag ga, val ik dan wel af?
Jij hebt eerlijk naar je eetmomenten gekeken, en gezien waar het anders kan. En welke momenten je wil gaan aanpakken. Ik ben ook eerlijk naar jou toe. Als je je eetmomenten gaat veranderen, ga je waarschijnlijk niet meteen afvallen, en je zult ook niet meteen veel gaan afvallen. Het zou zelfs kunnen dat je eerst wat aankomt. Je verandert namelijk je eetgedrag. Iets in je gedrag blijvend veranderen kost tijd. En je weet van tevoren niet hoe lang het gaat duren voor je een eetmoment blijvend veranderd hebt.
Heb geduld! Op de lange termijn levert het je meer op dan een dieet. Want ook al is het misschien een heel klein eetmoment (drie dropjes, telkens als je auto rijdt bijvoorbeeld), het levert je wel blijvend resultaat op. Ook drie dropjes zorgen uiteindelijk voor een kilo extra gewicht.
Iets afleren kost net zoveel tijd als je bezig bent geweest om het aan te leren. Het goede nieuws is, dat het vooral in het begin veel van je zal vergen. Al snel zal het steeds makkelijker gaan.
Het hangt er ook van af hoe vaak je dit eetmoment hebt. Als je vier keer per dag een autoritje maakt, en dan niet meer die drie dropjes eet, dan heb je na een maand meer dan honderd keer kunnen oefenen. Als je op zondagochtend geen jus d’orange meer wil drinken maar thee, dan heb je na een maand vier keer geoefend.
Het snelste resultaat heb je trouwens als je radicaal stopt met je gewoonte. In het dropjes in de auto voorbeeld: als je zo nu en dan toch een paar dropjes neemt, zal het veel langer duren voor je van deze gewoonte af bent, dan wanneer je nooit meer dropjes eet in de auto. Aan de andere kant: elke keer dat het je lukt om geen dropjes te eten in de auto, ben je een stapje verder bij je doel!
Hoe zit het met die weegschaal?
Het is voor veel vrouwen best moeilijk om een andere aanpak te kiezen dan een dieet. Langzaamaan je eetgewoonten veranderen, betekent ook een heel geleidelijke manier om wat af te vallen. En dat weet je wel, maar het is moeilijk. Je doet je best, maar het resultaat blijft voorlopig uit. En dat geeft die saboterende gedachten weer extra kans om zich bij je te melden: ‘’Zie je wel, dit werkt niet’’. ‘’Als ik brood eet, dan val ik gewoon niet af, dus dit heeft geen zin’’.
Langzaam afvallen, en met name je gewoontes veranderen geven dan weliswaar een langzaam resultaat, maar het is wel blijvend. En je hoeft dus niet meteen alles te laten. Je kunt gewoon een stuk taart eten op een verjaardag. In het weekend genieten van een glas wijn. En op de lange termijn afvallen.
Het heeft ook niet erg veel zin om steeds, of vaak, of af en toe, op de weegschaal te gaan staan. Je doel is in eerste instantie namelijk om je gewoontes te veranderen. En het gevolg daarvan voor het getal op je weegschaal zal in het begin niet groot zijn en misschien zelfs tegenvallen. De kans ontstaat daardoor dat je juist meer saboterende gedachten krijgt, die niet helpend zijn om je doel te halen!
Verwacht geen snelle resultaten. Maar ga voor kleinere stappen, maar wel blijvende. Stappen waar je de rest van je leven profijt van hebt.
Ongezonde eetgewoonten en feestdagen
Je gaat dus niet meer op een streng dieet, dat je 365 dagen per jaar moet volhouden. Je gaat ongezonde eetgewoonten afleren en vervangen door gezonde eetgewoonten. Juist omdat het om gewoontes gaat, kun je besluiten dat je daar een keer van afwijkt. Een feestdag of verjaardag kan de uitzondering op je gewoonte zijn. Blijf de feestdagen wel als een uitzondering zien. Heel flauw gezegd: het hoeft niet iedere dag feest te zijn.
Sommige periodes zijn makkelijker om je eetgewoonten te veranderen dan andere. Het is echt niet de bedoeling dat jij als enige op het kerstdiner niks extra’s neemt. Pak de draad na het kerstdiner gewoon weer op. Het probleem zit ‘m vaak niet in het kerstdiner, maar in de dagen erna. Wees je er bewust van dat saboterende gedachten naar boven kunnen komen: ‘’Deze dag is toch al verpest, dan maakt het nu niet meer uit.’’ ‘’Zonde om al die lekkere restjes niet op te eten. Dan kan ik beter morgen weer verder gaan met mijn eetgewoontes’’.
En ja, een keer afwijken van je eetpatroon kan lastig zijn. Je kunt last hebben van schuldgevoelens, of van lastige opmerkingen van anderen: ‘’Jij was toch op dieet?’’ De extra calorieën zijn niet het probleem, maar je schuldgevoel erover. Wees je hier bewust van. Dat het je schuldgevoel is waardoor het moeilijk wordt, want je voelt je niet meer goed over wat je aan het doen was en misschien ga je toch op de weegschaal staan, ben je een kilo aangekomen en heb je nog meer schuldgevoel! Het gaat erom, in te zien dat een keer afwijken moet kunnen. Dat je je daar niet schuldig over hoeft te voelen, want het is normaal, een keer afwijken. En daarna pak je de draad weer op.
Hoe weet ik dan wat een bijzonder moment is?
Dat bepaal je zelf. Wat hier heel belangrijk is, is dat je dat van tevoren doet. Je kiest er bewust voor, zorg dat het je niet overkomt. Als je een kerstdiner hebt, kies jij ervoor dat dit een bijzonder moment is. Een weekendje met vriendinnen weg? Je mag echt afwijken van je eetpatroon. Maar niet alle momenten hoeven bijzonder te zijn. Jij kiest ze bewust uit. Als je drie keer per week met vriendinnen uit eten gaat, is het geen goed idee om dit te zien als uitzondering op de regel.
Wat ook kan gebeuren is dat je op zo’n bijzonder moment de remmen losgooit. En meer eet dan je eigenlijk lekker vindt. Dat gebeurt, en is ook niet erg. Je zult een weg moeten vinden in wat je doet op bijzondere momenten. Hoe ga je daarmee om? Een keer uit de band springen is echt niet erg. Daarna pak je de draad weer op. Beoordeel je gedrag nog eens. Ben je een beetje losgegaan of werd het ongecontroleerd? Dan zijn er saboterende gedachten in het spel geweest: ‘’Nu kan ik los, want het doet er even niet toe’’. ‘’Ik wil nu even helemaal geen regels, ik doe alles wat ik wil’’. Dan was het een beetje teveel van het goede.
Wat als ik een fout maak?
Weet je, dat ga je zeker doen. Je kunt je voorbereiden op fouten, en tegelijkertijd is het zo dat dat zeker gaat gebeuren. Niemand is perfect, en zelfs al ben jij een control freak en laat je jezelf niet gauw gaan: ook jou kan het overkomen. Accepteer dus maar dat je zeker fouten zult maken. En tegelijkertijd blijft het belangrijk om je goed voor te bereiden op moeilijke momenten.
Zo’n moment komt meestal niet uit de lucht vallen, al lijkt het wel zo. Ga je ‘’opeens’’ de fout in? Waarschijnlijk was er al langer iets aan de hand. Vaak ontstaat een fout moment als je eerder al niet helpende gedachten had. Misschien had je al een rotdag. Mislukte een taak op je werk, zat je haar stom, zat je broek te strak. Zei iemand iets heel onaardigs tegen je. En was je daarna niet in een goede stemming en was je ontevreden en een beetje geïrriteerd. En zei je tegen jezelf dat je de pest in had en dat het allemaal ook niet meer uitmaakt ook.
Of je merkt dat je heel langzaamaan, steeds weer kleine dingetjes extra begint te eten. Weer een dropje hier, een koekje extra daar, een schep extra van dit of dat. Of je bent niet naar je yogales gegaan, of de avond met je vriendinnen afgezegd. Allerlei dingen kunnen er op wijzen dat je minder goed in je vel zit dan anders.
Soms zijn er ook fysieke signalen: je voelt je vermoeid, niet fit, je hebt hoofdpijn, een beetje hangerig. Je begint meer te eten en ziet eigenlijk achteraf de signalen pas die je lijf je al gaf.
Leer ervan. Probeer de signalen eerder te zien. Ook dan geldt namelijk weer dat je je kunt voorbereiden. En het moment de volgende keer kunt voorkomen. Hoe, dat hangt natuurlijk van de situatie af. Maar laat het je niet overkomen.
Fouten heb je trouwens in soorten en maten. Een uitglijder noem je het als je per ongeluk een foutje maakt. Zonder erbij na te denken stop je twee paaseitjes in je mond, daarna bedenk je je pas dat je dat dus eigenlijk niet meer deed. Voel je niet schuldig, dit gebeurt. Kijk wel uit dat een uitglijder niet een hele glijbaan wordt. Dat je steeds iets vaker, toch iets doet wat je eigenlijk niet wilde doen.
Dat kan leiden tot een terugval. Dan ben je weer een beetje terug bij af en heb je weer die ongezonde eetgewoonten. Het is dus zaak om het niet zover te laten komen. Leer van je fouten, herstel je fouten en ga verder op de goede weg. Veranderen gaat met vallen en opstaan. Laat niet de moed je in de schoenen zakken door een uitglijder, of een glijbaan. Laat je niet leiden door schuldgevoelens. Die lossen namelijk niets op. Pak de draad weer op en ga verder waar je gebleven was. En ja, dat is soms heel erg frustrerend en heb je het gevoel dat je nergens komt. Maar je zult ook na een uitglijder merken dat je sneller weer op de juiste weg zit. En zelfs verder komt.
Soms lukt het echt niet. Vraag je dan eens af of je doel klopt. En of bij jou misschien je doel bijgesteld moet worden. Maar verander je doel ook niet te snel. Geef het tijd. En als het echt niet lukt, stel je doel bij. Naar een kleiner doel. Of vul het anders in.
Veranderen is een proces met succesmomenten en momenten dat je de fout in gaat. Maar uiteindelijk bereik je je doel. En gaat de verandering als vanzelf. En heb je een nieuwe gewoonte verankerd in je leven!
Inspiratie voor dit blog is ontleend aan het boek Het slanke brein: ontdek je eettype en val blijvend af van Heleen Ligtelijn.
Hulp nodig om van je ongezonde eetgewoonten af te komen?
Ik kan je helpen om van je ongezonde eetgewoonten af te komen. Neem gerust contact met me op.
0 Comments